Is Brussel klaar voor “een België met vier gewesten”?

24-02-2025

<door Adrien Naessens> Opiniestuk over de positie van Brussel in een België met vier gewesten. 

Is Brussel klaar voor "een België met vier gewesten"?
Nederlands
Français

Is Brussel klaar voor "een België met vier gewesten"?

De toekomst van Brussel wordt in vraag gesteld. De actualiteit lijkt het enthousiasme bij veel Brusselaars voor meer Brussel te fnuiken, stelt Adrien Naessens, student politieke wetenschappen aan de ULB. Hij loopt stage bij de Open VLD-fractie in het Brussels parlement. Hij las met een kritische blik Brussel in een België met vier gewesten. Een Brussels Studies Institute-onlinepublicatie.

De toekomst van Brussel wordt in vraag gesteld. Zowel nationaal als internationaal staat Brussel voor uitdagingen. Wegens onder andere de institutionele complexiteit, de versnippering van de bevoegdheden en de financiering die velen onrechtvaardig overkomt, lukt het maar niet om een efficiënt beleid te garanderen. Brussel wordt zo het onderwerp van debat in het kader van een mogelijke zevende staatshervorming. Hoe geven we die zevende staatshervorming dan vorm?

Een paar jaren geleden, in 2011, schreef Johan Vande Lanotte, voormalig vicepremier, een traktaatje dat een basis legde voor een nieuwe kijk op ons federalisme: 'Naar een België met vier'. In 2018 publiceerde prof. Philippe Van Parijs zijn 'Belgium, een Utopie'. Een boek dat het debat op gang trok in academische en politieke kringen. Controversieel, maar inspirerend. Zo bleek.

In 2025, na vele colloquia, debatten en publicaties, kwam er een vervolg. Een select gezelschap van academici kwam op de proppen met een online boek: Brussel in een België met vier gewesten: uitdagingen, kansen en vooruitzichten. Het boek ziet een opdeling van België in vier volwaardige gewesten, eerder dan drie gemeenschappen en drie gewesten die zich deels overlappen, als een oplossing, als een mogelijke uitweg uit de moeilijkheden die Brussel al enige tijd ondervindt. Zou een België met vier gewesten haalbaar zijn? De actualiteit lijkt het enthousiasme alvast een knauw te geven: de onmacht om, na al meer dan acht maanden, een Brusselse regering te vormen lijkt de academici ongelijk te geven.

De institutionele versnippering

De huidige situatie in België is verwarrend. De institutionele structuren van België missen leesbaarheid. Bijvoorbeeld: enkel al in Brussel kunnen zes verschillende entiteiten wetgevend optreden; de federale overheid, het Brussels Gewest, de Vlaamse en de Franse gemeenschap, maar ook de COCOF (Commission Communautaire française) en GGC (De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie). Nog een geluk dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) geen wetgevend orgaan is.

Dus zes verschillende wetgevers, alleen al voor Brussel. Is Brussel verwend? Die overdaad leidt tot administratieve overlappingen, onduidelijkheid die efficiënt bestuur vaak in de weg staat. Bref, er is nood aan verandering.

Het boek pleit voor een volwaardig Brussels gewest. We kunnen de complexe bevoegdheidsverdeling oplossen door beide, gewest- en gemeenschapsbevoegdheden, samen te voegen in Brussel. Dit is de facto al het geval voor ziekenhuizen, voor sportinfrastructuur, bejaardentehuizen, en zoveel meer klassieke gemeenschapsbevoegdheden in de hoofdstad. Dit is sinds de laatste staatshervorming ook het geval voor de kinderbijslag. Zelfs in een aantal culturele aangelegenheden is er een aanvullend Brussels beleid mogelijk. De leesbaarheid van de Brusselse instellingen zou erbij gebaat zijn deze bevoegdheden formeel samen te voegen. En wat met onderwijs? Men kan ervoor kiezen het onderwijs niet langer onder de koepel van de Franse en de Vlaamse gemeenschap te laten vallen, maar rechtstreeks onder het Brussels Gewest. Of minder verregaand een Brussels meertalig onderwijsnet naast het Nederlandstalige en Franstalige toe te laten. Onderwijs blijft nu eenmaal een gevoelig onderwerp dat nuance verdient. Vande Lanotte maakt het vanaf het begin duidelijk (in een interview voor Bruzz).

Toch samengevat: een sterker Brussels gewest zou voor meer coherentie en efficiëntie zorgen. Wie is er beter geplaatst om beslissingen te nemen over Brussel dan Brussel zelf?

Een duurzame en rechtvaardige financiering

Brussel heeft recht op een betere financiering van haar basisinfrastructuur die onze economie ten goede komt. De hoofdstad is goed voor 19% van de nationale welvaart (BBP). En dat met 10% van de bevolking. Een eerlijker aandeel van de fiscale inkomsten op de lonen van de pendelaars naar Brussel is nodig. Brussel telt buitengewoon veel werknemers die in de periferie wonen (413.000 volgens Statbel in 2022). De personenbelasting wordt geheven op de plaats waar de werknemer woont, niet waar hij werkt (zoals internationaal nochtans de norm is). Dat zijn inkomsten die Brussel misloopt. Onder andere om in de infrastructuur te investeren die heel het land ten goede komt.

België met vier, het einde van samenwerking?

Het model met vier zal de communautaire tegenstellingen tussen Vlaanderen en Wallonië verminderen. Maar het risico bestaat anderzijds dat dit model ook een opstap wordt naar verdere fragmentatie. Dat het net de aanzet is naar nog meer onafhankelijkheidsstreven, vooral vanuit Vlaams-nationalistische hoek.

De hervorming van de Belgische instellingen mag geen reden zijn om de samenwerking tussen de verschillende structuren te laten verdwijnen. België heeft nood aan samenwerking tussen het Franstalige en Nederlandstalige landdeel. Al helemaal in onze tweetalige hoofdstad.

Het federale niveau is essentieel als garantie voor die samenwerking tussen deelstaten. Het finale doel dat de voorstanders van dit model met vier voorhouden is dus niet om op kousenvoeten (en douce dus) van federalisme naar het confederalisme te verschuiven. Om die verschuiving te vermijden is er een verbindende kracht nodig: het federale België. De transitie naar een België met vier gewesten biedt een unieke kans om de Brusselse instellingen te moderniseren en het beleid efficiënter en transparanter te maken.

De aanhoudende impasse, de regeringsvorming die al 8 maanden duurt, illustreert de huidige institutionele complexiteit. Het staat efficiënt bestuur in de hoofdstad in de weg. Door alle bevoegdheden te bundelen binnen een volwaardig Brussels Gewest kan de versnippering worden opgeheven. Maar de huidige politieke impasse lijkt ook vraagtekens te zetten bij de capaciteit van de Brusselaars om dit ook effectief zelf te doen. De huidige impasse doet afbreuk aan de toegenomen Brusselse identiteit, het gegroeide Brusselse zelfvertrouwen en aan de wil van Brusselse politici om in te stappen in een staatshervorming waar Brussel een volwaardig gewest wordt, met gewest- en gemeenschapsbevoegdheden, naast Vlaanderen, Wallonië en Duitstalig België.

Adrien Naessens
Stagiair Open VLD-fractie
Brussels Parlement

Bruxelles est-elle prête pour "la Belgique à quatre Régions" ?

L'avenir de Bruxelles est remis en question. L'actualité semble freiner l'enthousiasme de nombreux Bruxellois pour un renforcement de la Région bruxelloise, constate Adrien Naessens, étudiant en sciences politiques à l'ULB. Il effectue un stage au sein du groupe Open Vld au Parlement bruxellois et a lu avec un regard critique Bruxelles dans une Belgique à quatre régions, une publication en ligne de l'Institut d'études bruxelloises.

L'avenir de Bruxelles est incertain. Tant au niveau national qu'international, la capitale est confrontée à de nombreux défis. En raison notamment de la complexité institutionnelle, de l'émiettement des compétences et d'un mode de financement jugé inéquitable par beaucoup, il semble impossible de garantir une gouvernance efficace. Bruxelles se retrouve ainsi au cœur du débat dans le cadre d'une possible septième réforme de l'État. Mais comment façonner cette réforme ?

Il y a quelques années, en 2011, Johan Vande Lanotte, ancien vice-Premier ministre, a écrit un essai qui a posé les bases d'une nouvelle vision du fédéralisme belge : Vers une Belgique à quatre. En 2018, le professeur Philippe Van Parijs a publié Belgium, une utopie, un livre qui a déclenché un débat au sein des cercles académiques et politiques. Controversé, mais inspirant, semble-t-il.

En 2025, après de nombreux colloques, débats et publications, une suite a vu le jour. Un groupe restreint d'universitaires a proposé un ouvrage en ligne : Bruxelles dans une Belgique à quatre régions : défis, opportunités et perspectives. Ce livre envisage une division de la Belgique en quatre régions à part entière, plutôt qu'en trois Communautés et trois Régions qui se chevauchent en partie. Cette proposition serait-elle une solution, une issue aux difficultés que connaît Bruxelles depuis un certain temps ? L'actualité semble déjà refroidir les espoirs : l'incapacité à former un gouvernement bruxellois après plus de huit mois semble donner tort aux universitaires.

L'émiettement institutionnel

La situation institutionnelle actuelle en Belgique est confuse. Ses structures sont difficilement lisibles. Par exemple, à Bruxelles, pas moins de six entités peuvent légiférer : l'État fédéral, la Région bruxelloise, les Communautés flamande et française, ainsi que la COCOF (Commission communautaire française) et la COCOM (Commission communautaire commune). Heureusement, la Commission communautaire flamande (VGC) n'a pas de pouvoir législatif.

Ainsi, six législateurs différents rien que pour Bruxelles. Est-ce un luxe ? Cette surabondance entraîne des chevauchements administratifs et une confusion qui entravent souvent une gouvernance efficace. Bref, une réforme est nécessaire.

Le livre plaide pour une région bruxelloise pleinement autonome. Nous pourrions résoudre la répartition complexe des compétences en fusionnant celles de la Région et des Communautés à Bruxelles. C'est déjà le cas, de facto, pour les hôpitaux, les infrastructures sportives, les maisons de repos et de nombreux autres domaines relevant traditionnellement des Communautés. Depuis la dernière réforme de l'État, cela vaut aussi pour les allocations familiales. Même dans certains domaines culturels, une politique complémentaire bruxelloise est possible. La lisibilité des institutions bruxelloises bénéficierait d'une fusion formelle de ces compétences.

Et qu'en est-il de l'éducation ? On pourrait choisir de ne plus placer l'enseignement sous la tutelle des Communautés française et flamande, mais directement sous celle de la Région bruxelloise. Ou, de manière moins radicale, autoriser un réseau éducatif bruxellois multilingue en parallèle des réseaux francophone et néerlandophone. L'enseignement reste un sujet sensible qui mérite de la nuance, comme le souligne Johan Vande Lanotte dans une interview pour Bruzz.

En résumé, une région bruxelloise renforcée garantirait plus de cohérence et d'efficacité. Qui est mieux placé pour décider de Bruxelles que Bruxelles elle-même ?

Un financement durable et équitable

Bruxelles mérite un meilleur financement pour ses infrastructures de base, qui bénéficient à l'ensemble de l'économie belge. La capitale représente 19 % de la richesse nationale (PIB) tout en n'abritant que 10 % de la population. Un partage plus équitable des recettes fiscales liées aux salaires des navetteurs travaillant à Bruxelles est nécessaire.

Bruxelles compte un nombre exceptionnellement élevé de travailleurs résidant en périphérie (413 000 selon Statbel en 2022). L'impôt des personnes physiques est perçu à l'endroit où le travailleur réside et non à l'endroit où il travaille, contrairement à la norme internationale. Ce sont des revenus que Bruxelles perd, alors qu'ils pourraient être investis dans des infrastructures profitant à tout le pays.

Une Belgique à quatre : la fin de la coopération ?

Le modèle des quatre Régions réduirait les tensions communautaires entre la Flandre et la Wallonie. Mais il existe aussi un risque que ce modèle ouvre la voie à une fragmentation accrue et alimente les aspirations indépendantistes, notamment du côté nationaliste flamand.

La réforme des institutions belges ne doit pas signifier la fin de la coopération entre les différentes entités du pays. La Belgique a besoin de collaboration entre ses composantes francophone et néerlandophone, en particulier dans sa capitale bilingue.

Le niveau fédéral reste essentiel pour garantir cette coopération entre les régions. L'objectif ultime des partisans du modèle à quatre n'est donc pas de glisser subrepticement du fédéralisme vers le confédéralisme. Pour éviter ce glissement, une force de cohésion est nécessaire : la Belgique fédérale.

La transition vers une Belgique à quatre régions offre une opportunité unique de moderniser les institutions bruxelloises et de rendre la gouvernance plus efficace et transparente. L'impasse persistante dans la formation d'un gouvernement bruxellois, qui dure depuis huit mois, illustre la complexité institutionnelle actuelle et entrave une gestion efficace de la capitale. Regrouper toutes les compétences sous une région bruxelloise pleinement autonome pourrait mettre fin à cette fragmentation.

Cependant, cette crise politique soulève aussi des doutes quant à la capacité des Bruxellois à gérer eux-mêmes cette autonomie. Cette situation nuit à l'identité bruxelloise grandissante, à la confiance accrue des Bruxellois en eux-mêmes et à la volonté des politiciens locaux de s'engager dans une réforme de l'État qui ferait de Bruxelles une région à part entière, avec des compétences régionales et communautaires, aux côtés de la Flandre, de la Wallonie et de la Communauté germanophone.

Adrien Naessens
Stagiaire au sein du groupe Open VLD
Parlement bruxellois
24 février 2025