De ‘soft power’ van Union is precies wat Vorst en Brussel nodig hebben

Kurt Deswert schreef dit opiniestuk oorspronkelijk voor De Morgen. Op zijn verzoek delen we het ook op ons platform. Union Saint-Gilloise is na 90 jaar opnieuw kampioen, maar volgens Deswert ligt de echte uitdaging nog voor ons: hoe benutten Brussel en Vorst de kracht van deze club voor een sterker en inclusiever stadsverhaal?
Kurt Deswert is Brusselaar en voetbalhistoricus. Hij is auteur van Aftrap in Brussel (2016) en Schwalbe (2023). Hij schreef mee aan de jubileumboeken voor de 120ste en 125steverjaardag van Union Saint-Gilloise. Regelmatig gidst hij in het Joseph Mariënstadion. Voor kersvers kampioen Union begint het echte werk nu, betoogt hij: hoe blijft de club succesvol en relevant in een veranderende stad, waar politieke uitdagingen en de nood aan een nieuw stadion de toekomst zullen bepalen?
De titel van Union na 90 jaar is een voetbalsprookje. Een vergeten traditieclub; spelend in een afgeleefd, maar wondermooi stadion, met voetballers die tot voor kort nog onbekend waren… Veel mooier wordt sportieve storytelling niet. Maar wat nu? Net als bij andere underdogs die kampioen werden – Beveren, KV Mechelen, Lierse – is de top halen bijzonder, maar daar structureel blijven zou pas echt uitzonderlijk zijn. Komt er voor Union een 'en ze voetbalden nog lang en gelukkig?'
Het Unionbestuur heeft de komende jaren naast sportieve nog een boel extrasportieve uitdagingen. Zaken die het niet zelf in de hand heeft.
IT'S THE POLITICS, STUPID!
Na de titel stond het gemeentebestuur van Vorst klaar om mee te vieren. Samen met buurgemeente Sint-Gillis mag Vorst dan wel 'hyper branché' zijn, veel positief nieuws viel er in dit deel van Brussel de laatste jaren niet te rapen… Politieke en budgettaire malaise, Audi Vorst, escalerende drugsproblematiek, de impasse in de Brusselse regeringsvorming… Gelukkig was er Union om Vorst en Brussel positief in de kijker te zetten in de nationale en internationale media. Een betere ambassadeur had Brussel de afgelopen jaren eigenlijk niet.
Union maakte voetbal opnieuw relevant in de hoofdstad. De rivaliteit met Anderlecht en RWDM is mooi. Ze biedt de Brusselse profclubs de mogelijkheid om hun maatschappelijke rol in de grootstad voluit op te nemen.
Voor Union primeert daarbij de stadionkwestie. Tot op vandaag blijft Vorst de club nog steeds een antwoord schuldig op haar vraag naar een nieuw stadion. Eentje dat door Union zelf gefinancierd zou worden. Uitbreiding van het Mariënstadion in het Dudenpark is niet mogelijk.
Op basis van een studie van het gewestelijk planningsbureau liet Union zijn oog vallen op een terrein aan de Bemptsite; eigendom van de gemeente. Maar het vorige gemeentebestuur bleek nauwelijks bereid tot onderhandelen. Met het huidige gemeentebestuur lijkt dialoog wel mogelijk, maar een concrete doorbraak is er nog steeds niet. Zorgt het momentum van de titel voor een akkoord?
Tot nu toe hadden de discussies vooral veel weg van een aflevering van Stukken van mensen. Het terrein werd op 3,24 miljoen euro geschat, maar de gemeente eiste meer dan het drievoudige. Nu Union inkomsten uit de Champions League mag verwachten, is het maar de vraag of het armlastige gemeentebestuur zijn prijs niet nog verder op zal drijven. Je zou het grondspeculatie kunnen noemen. Voor veel minder geld gaat Union misschien gewoon in Vlaanderen voetballen.
VOETBALECONOMIE
Unions toekomstplannen hangen nauw samen met dat nieuwe stadion. Het moet structureel hogere inkomsten genereren. Maar er is meer. Moderne stadions zorgen ook voor een nieuw stedelijk elan. Internationale sportcompetities in het algemeen en voetbal in het bijzonder zijn vandaag voor steden wat de Wereldtentoonstellingen vroeger waren. Mits een slimme aanpak verhogen ze de internationale aantrekkingskracht van een stad, met een positieve impact op het toerisme en het investeringsklimaat. Pure soft power dus. En die kunnen Vorst én Brussel wel gebruiken. Zeker nu steeds meer bedrijven en instellingen – denk maar aan de Voetbalbond – het Brussels Gewest verlaten of er de boel sluiten. Zoals Audi.
Een nieuw stadion mag echter geen puur economisch project zijn. Daarvoor is het aandeel van de stadioninkomsten in een clubbudget trouwens toch te klein. Het moet vooral een katalysator zijn om voetbal in te zetten voor de cohesie in de stad.
Een nieuw stadion zou Union toelaten om een bredere volksclub te worden dan vandaag. De club wist de afgelopen jaren op vernuftige manier een nieuw publiek aan te boren. Door een mix van authenticiteit, supportersbeleving en een innovatief sportief beleid, lokte het naast de traditionele (maar afkalvende) groep Union-supporters, ook een heel nieuw segment toeschouwers. Ingeweken Brusselaars (ook expats) die een voetbalclub away from home adopteerden, maar ook een hele groep mensen die eerder voor de beleving dan puur voor het voetbal naar Union gaan kijken. 73 procent van die abonnees is Brusselaar. Dat zijn ongeveer 4.000 supporters. Als Union wil groeien en naar pakweg 8.000 abonnees wil evolueren in een nieuw stadion, zal het ook andere groepen moeten aanspreken.
Meer ruimte en comfort voor vrouwen en gezinnen, is daarbij cruciaal. Gelijktijdig moet Union ook de voetbalgekke allochtone Brusselse bevolking naar het stadion lokken. De tribunes moeten ook deels verkleuren. Daarvoor volstaat marketing alleen niet. Dat moet ook via het jeugdvoetbal gebeuren, in een gewest dat – met een boutade – vandaag nog steeds meer voetballers dan voetbalsupporters telt. Het Brussels Gewest moet daarvoor mee het bad in.
Door Union en de andere Brusselse profclubs letterlijk meer ruimte te geven voor voetbal als recreatie en niet louter als doorstroming naar het profvoetbal. Door een gebrek aan terreinen stootten Union en Anderlecht dit jaar samen zo'n 500 jeugdspelertjes af. Dat is verkeerd. Want dat Brusselse jeugdvoetbal zorgt voor sociale cohesie en integratie in de stad. Mensen leren elkaar op en langs de voetbalveldjes kennen. Maar ook in de tribunes. Die spelertjes en hun familie verankeren via het jeugdvoetbal en ze een plek in een nieuw stadion bieden, zou voor Union en het Brussels Gewest een win-winsituatie zijn met een grote maatschappelijke meerwaarde.
Het originele opiniestuk van Kurt Deswert lees je via onderstaande link op De Morgen:
Vorst en Brussel kunnen de 'soft power' van Union wel gebruiken
Kurt Deswert Gemeenteraadslid en voetbalhistoricus